Twee machinisten op één trein, met eentje aan de ene kant en een aan de andere kant, en dat maximaal twee jaar lang. Op die manier zou het nieuwe station Zwolle Stadshagen op de kortste spoorlijn van Nederland tóch gebruikt kunnen worden.
Het Kamperlijntje tussen Zwolle en Kampen is 13 kilometer lang. De lijn is de afgelopen jaren volledig vervangen: nieuwe ondergrond, nieuw grind, nieuwe dwarsliggers en nieuwe rails. Ook is er een bovenleiding aangelegd en werd het nieuwe station Zwolle Stadshagen gebouwd.
Bodem niet stabiel genoeg
Een grote klus die ervoor moest zorgen dat treinen met 140 kilometer per uur heen en weer zouden kunnen rijden. Maar vlak voor opening bleek de bodem niet stabiel genoeg. Gevolg: de snelle treinen kunnen door de instabiele bodem niet harder dan 100. Daardoor duurt de rit langer en is er geen tijd om op het nieuwe station te stoppen.
Om te zorgen dat treinen wél 140 kilometer per uur kunnen rijden en het vernieuwde Kamperlijntje in gebruik kan worden genomen, is maar één oplossing: de hele lijn afbreken, afgraven en opnieuw aanleggen. Dat kost zeker vier tot zes jaar en er hangt bovendien een aardig prijskaartje aan: 35 tot 100 miljoen euro.
ProRail oppert oplossing, gemeentes niet enthousiast
Volgens ProRail is er wel een oplossing om het nieuwe station toch in gebruik te nemen. Er zijn dan twee machinisten op één trein nodig. Zodra de trein bij eindstation Zwolle of Kampen is, kan de trein dan sneller omkeren. De machinist hoeft namelijk niet meer van de ene kant van de trein naar de andere te lopen. Dat bespaart tijd die gebruikt kan worden voor de extra stop.
Maar de gemeenten Zwolle en Kampen, de provincie Overijssel en vervoerder Keolis staan daar niet om te springen. Het betekent namelijk extra salariskosten. Bovendien hebben reizigers minder tijd om in Zwolle over te stappen, en in sommige gevallen zullen ze de aansluiting zeker mislopen, aldus Zwolle.
Bron: RTL Nieuws/ANP, 1 juni 2018